Nog nooit van touwtrekken gehoord?

Touwtrekken

Dan volgt hier een korte uitleg.

Touwtrekken is een teamsport waarbij kracht, techniek en conditie de doorslag geven. Bij het touwtrekken staan twee teams tegenover elkaar die proberen de ander over de streep te trekken.

Touwtrekken is onder te verdelen in indoor- en outdoor-touwtrekken. Indoor touwtrekken gebeurt op matten en outdoor buiten in de volle grond of in maneges (in de winter). Aangezien wij niet op matten touwtrekken, gaat de rest van het verhaal over het outdoor touwtrekken.

Gewichtsklasses

Om nu te zorgen dat het er eerlijk aan toe gaat, worden beide teams voor aanvang van de wedstrijden gewogen. Daarbij mogen ze dan niet boven de gewichtslimiet van de klasse komen waarin ze meedoen.

De meest gebruikelijke gewichtsklasses zijn 560 kg, 600 kg, 640 kg, 680 kg en 720 kg voor de heren. De dames strijden in de 520 kg en 560 kg-klasse en de jeugd in de 560 kg-klasse. Deze gewichten gelden voor teams van 8 personen. Na het wegen krijgen de touwtrekkers een stempel om er voor te zorgen dat ze niet een ander, zwaarder, team opstellen voor de wedstrijden.

Het touw

Het touw bestaat uit enkele gedeeltes en heeft een lengte van minimaal 33,5 meter. In het midden zit een rode markering. Aan de hand van deze markering zorgt de scheidsrechter ervoor dat het touw exact boven de middellijn komt te hangen. Op een afstand van 4 meter aan beide kanten van de rode markering zit een witte markering. Als deze markering over de middellijn getrokken wordt door een team, hebben zij de trekbeurt gewonnen. 1 meter verder als de witte markering zit een blauwe markering. De ploegen dienen zich op te stellen achter deze markering.

De wedstrijd

Bij aanvang van een wedstrijd stellen de beide ploegen zich aan de hun toegewezen kant van het touw op. Op een teken van de scheidsrechter (ondersteund door de woorden ‘Pak op het touw’), wordt het touw opgepakt door de beide teams. Op het commando ‘strekken’ slaan de teams de hak van de linkervoet in de grond. Dit mag maar één keer (doet men het vaker, dan kan dit een waarschuwing opleveren).

De scheidsrechter zorgt er nu voor dat de rode markering van het touw op de middellijn komt. Als de rode markering op de juiste plaats is, volgt het commando ‘trekken’. Na het commando ‘nu’ wordt de rechtervoet bijgehaald en begint de wedstrijd.

Als de witte markering over de middellijn is getrokken, fluit de scheidsrechter af en wijst de winnaar aan. Daarna wisselen de teams van kant en begint het weer van voor af aan. Het wisselen van kant gebeurt om de touwtrekkers gelijke kansen te geven. Over het algemeen is één kant van het veld beter als de andere.

Waarschuwingen

De scheidsrechter kan onder het touwtrekken waarschuwingen geven. Als een team een derde waarschuwing krijgt, wordt de wedstrijd afgefloten en wordt de tegenstander tot winnaar uitgeroepen. Hebben beide teams twee waarschuwingen en doen ze beide dingen die niet door de beugel kunnen, dan zal de scheidsrechter affluiten en een ‘no-play’ uitroepen: de wedstrijd is ongeldig verklaard en dient direct opnieuw gestart te worden.

Dingen die niet mogen en waarvoor een scheidsrechter een waarschuwing kan geven zijn o.a.:

  • op de grond zitten
  • inpalmen (de handen moeten op dezelfde plek blijven)
  • steunen
  • tillen (het touw opbeuren zodat een ander niet zit)
  • de voet onder het zitvlak (hak moet voor de knie blijven)
  • klemmen (het touw moet vrij kunnen bewegen tussen oksel en heup)
  • hakken voordat het commando is gegeven
  • twee keer hakken voor wedstrijdaanvang
  • touw loslaten (voor het eind van de wedstrijd)
  • vloeken